Samenvatting:
In de tekst lees je het dankwoord van Willem Jan Otten dat
hij gaf na het winnen van de P.C. Hooftprijs. In zijn dankwoord ontvouwt hij
zijn visie op de essayistiek.
In zijn essay in boekvorm ‘Niets heb ik van mijzelf’ betuigde
hij zijn dankbaarheid voor de dankbaarheid van Kees Verheuls. Dankbaarheid kun
je nu eenmaal niet in een gat gooien.
Hij benoemt essayistiek als een spel van dankbare schatplichtigheid.
De essayistische zucht gaat gepaard met het verlangen om gedachten te delen, te
ontlokken en te generen. Het is de voortzetting van de voortplanting met andere
middelen.
Augustinus is begonnen met zich schrijvend tot u te richten,
en daarmee tot degene die hem aan het lezen is terwijl hij schrijft. In zijn dankwoord richt Willem Jan Otten zich ook tot de lezer en bedankt deze.
Eigen mening:
Persoonlijk vond ik dit artikel heel erg vaag en langdradig.
Willem Jan Otten ging erg van de hak op de tak en gebruikte relatief vaag
taalgebruik. Ik zag niet echt verbanden tussen de onderwerpen waarover hij
vertelde. Hierdoor vond ik de tekst moeilijk te begrijpen en kwam ik er
moeilijk doorheen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten